Batterijontsteking:
De mechanische batterijontsteking met inductiewerking wordt vnl. bij benzinemotoren in auto's toegepast. De werking is als volgt: bij draaiende motor opent de door de krukas aangedreven onderbrekernok de onderbrekerpunten of contactpunten n-maal per omwenteling van de onderbreker (n is het aantal cilinders), waarbij even vaak de primaire stroomkring (6 of 12 V) onderbroken wordt. In de ijzerkern van de bobine ontstaat daardoor een sterk veranderend magnetisch veld dat in de primaire wikkeling van de bobine door zelfinductie een hoge bronspanning veroorzaakt (250 V); een over de contactpunten geschakelde condensator voorkomt vonkoverslag. In de secundaire kring, die ca. 50 maal meer wikkelingen heeft dan de primaire, ontstaat een spanningsverhoging van 10!000 tot 20!000 V. De meestal in het onderbrekerhuis aangebrachte verdeler, bestaande uit rotor en verdeelkap, geleidt de stroom naar de bougie van de cilinder met het te ontsteken brandstofmengsel. De as waarop het onderbrekermechanisme en de verdeler zijn gemonteerd, draait bij viertaktmotoren met de halve en bij tweetaktmotoren met dezelfde omwentelingssnelheid als de krukas. Ter vermijding van ongewenste torsiekrachten in de krukas wordt de ontsteking bij meercilindermotoren alternerend over de cilinders verdeeld; de ontstekingsvolgorde bij viercilindermotoren is daarom 1 3 4 2 of 1 3 2 4.
Bij de batterijontsteking met capacitieve werking zijn in de secundaire stroomkring na de bobine een gelijkrichtcel en een condensator met grote capaciteit opgenomen; de condensator wordt hierbij stootsgewijze opgeladen. Men noemt dit een laagspanningscondensatorontsteking. Tegenwoordig wordt vaak transistorontsteking toegepast (zie hierna).
gaat dat over een cdi ??? welke ontsteking zit er op een honda mbx ?,
|