Het dunsap is geelgroen van kleur en bevat 12 tot 15% suiker en ongeveer nog 2% andere stoffen, waaronder α-aminozuren. Deze aminozuren worden schadelijke stikstof genoemd. De hoeveelheid schadelijke stikstof is afhankelijk van de hoogte van de stikstofbemesting tijdens de groei van de bieten en het gebruikte suikerbietenras. Als het gehalte aan α-aminozuren in het dunsap te hoog is, moet er soda aan het sap toegevoegd worden om de pH te verlagen hetgeen de hoeveelheid te winnen suiker nadelig be?nvloedt. Het dunsap wordt in grote verdampers ingedikt tot ongeveer een sap met 70% suiker is bereikt. Dit sap heet het diksap en bevat ongeveer 70% suiker. De warmte wordt uit de waterdamp teruggewonnen en gebruikt om het water waarmee de bietenwafels geloogd worden te verwarmen. Door aan het diksap poedersuiker toe te voegen, het zogenaamde enten, ontstaan er bij het verder indikken suikerkristallen. Vervolgens worden deze afgecentrifugeerd en blijft de melasse over. Hiervan kan alcohol gestookt worden, stroop van worden gemaakt of het kan als veevoer worden gebruikt. De pulp die achterblijft wordt tot veevoer verwerkt; rietsuikerpulp wordt ook wel als brandstof gebruikt.
|