HOOFDSTUK I.Auteursrecht
Afdeling 1.Auteursrecht in het algemeen
Artikel 1.
? 1. Alleen de auteur van een werk van letterkunde of kunst heeft het recht om het op welke wijze of in welke vorm ook te reproduceren of te laten reproduceren.
Dat recht omvat onder meer het exclusieve recht om toestemming te geven tot het bewerken of het vertalen van het werk.
Dat recht omvat ook het exclusieve recht om toestemming te geven tot het verhuren of het uitlenen van het werk.
Alleen de auteur van een werk van letterkunde of kunst heeft het recht om het werk volgens ongeacht welk proc?d? aan het publiek mede te delen.
? 2. De auteur van een werk van letterkunde of kunst heeft op dat werk een onvervreemdbaar moreel recht.
De globale afstand van de toekomstige uitoefening van dat recht is nietig.
Het omvat ook het recht om het werk bekend te maken.
Niet bekendgemaakte werken zijn niet vatbaar voor beslag.
De auteur heeft het recht om het vaderschap van het werk op te eisen of te weigeren.
Hij heeft recht op eerbied voor zijn werk en dat maakt het hem mogelijk zich te verzetten tegen elke wijziging ervan.
Niettegenstaande enige afstand behoudt hij het recht om zich te verzetten tegen elke misvorming, verminking of andere wijziging van dit werk dan wel tegen enige andere aantasting van het werk, die zijn eer of zijn reputatie kunnen schaden.
Artikel 2.
? 1. Na het overlijden van de auteur blijft het auteursrecht gedurende zeventig jaar bestaan ten voordele van de persoon die hij daartoe heeft aangewezen of, indien dat niet is gebeurd, ten voordele van zijn erfgenamen, overeenkomstig artikel 7.
? 2. Onverminderd het tweede lid van deze paragraaf, wanneer een werk door twee of meer personen samen is gemaakt, genieten al hun rechtverkrijgenden het auteursrecht tot zeventig jaar na de dood van de langstlevende der auteurs.
De beschermingstermijn van een audiovisueel werk verstrijkt zeventig jaar na de dood van de langstlevende van de volgende personen: de hoofdregisseur, de scenarioschrijver, de tekstschrijver en de auteur van muziekwerken met of zonder woorden die speciaal voor het werk zijn gemaakt.
? 3. Voor anonieme of pseudonieme werken bedraagt de duur van de rechten van de auteur zeventig jaar vanaf het tijdstip waarop het werk op geoorloofde wijze voor het publiek toegankelijk is gemaakt.
Indien evenwel het door de auteur aangenomen pseudoniem geen enkele twijfel over zijn identiteit laat of de auteur zijn identiteit tijdens de in het eerste lid vermelde termijn kenbaar maakt, geldt de in ? 1 vastgestelde beschermingstermijn.
? 4. Voor werken die in verschillende banden, delen, nummers of afleveringen gepubliceerd zijn en waarvan de termijn van zeventig jaar ingaat op het tijdstip waarop het werk voor het publiek toegankelijk is gemaakt, loopt de beschermingstermijn voor elk onderdeel afzonderlijk.
? 5. De beschermingstermijn van foto's die oorspronkelijk zijn, in de zin dat zij een eigen intellectuele schepping van de auteur zijn, wordt vastgesteld overeenkomstig de voorgaande paragrafen.
en bla bla bla.........
|