Wegenverkeerswet 1994
Uitvoeringsvoorschriften VTR (C-2)
Afdeling 2
Motor
paragraaf1 Wijze van meten van de door de constructie bepaalde maximum snelheid.
Art. 3.4.6a De door de constructie bepaalde maximum snelheid gemeten door meting van het vermogen aan het aangedreven wiel, met dien verstande dat het vermogen wordt herleid tot de door de constructie bepaalde maximum snelheid overeenkomstig de tabel in bijlage 6 bij deze regeling.
Art. 3.4.7. 1. Het vermogen wordt gemeten met behulp van een rollenbank die voldoet aan artikel 3.4.8.
2. De voorste zitplaats of de enkele zitplaats van de bromfiets, bedoeld in artikel 5.6.8, eerste lid, onderdeel b,[ bromfiets 45Km/h] van het Voertuigreglement wordt belast met ten minste 75 Kg.De zitplaats van de bromfiets, bedoeld in artikel 5.6.8, eerste lid, onderdeel a,[ snorfiets 25Km/h] van het Voertuigreglement wordt niet belast.
3. Bij in werking zijnde motor wordt bij die versnelling waarbij het grootste vermogen wordt afgegeven, de gastoevoer zover geopend, dat de rollenbank een maximale waarde aangeeft.
4. Bij de meting moet de bromfiets voldoende worden gekoeld.
5. Indien de weerstand van de rollenbank wordt opgewekt door middel van een ventilator, mag de inlaatopening van deze ventilator niet naar de wind zijn gericht.
6. De band die op de rollen van de rollenbank wordt geplaatst om het vermogen te meten, moet op de juiste spanning zijn.
Art. 3.4.8. 1. De rollenbank moet een meetbereik hebben van 0,1 kW tot en met 2,0 kW.
2. De twee rollen van de rollenbank, waarop het aangedreven wiel van de bromfiets wordt geplaatst, moeten voldoen aan de volgende eisen:
a) diameter: 100.00 mm +/- 0.05mm
b) slingering maximaal 0.1 mm ten opzichte van de draaingsas.
c) Hartafstand van de rollen 200.00 mm +/- 0.5 mm
d) Oppervlakte staal, mat verchroomd, oppervlakteruwheid 0.8 um.
3. De rollen moeten onderling gekoppeld zijn.
4. Het vermogen moet worden aangedreven door een aanwijsinrichting die door de rollen wordt aangedreven.
5. De rollenbank moet het aangedreven wiel van de bromfiets een weerstand bieden die ongeveer overeenkomt met de weerstand die tijdens het rijden met de bromfiets wordt ondervonden. Hieraan wordt voldaan indien voor elke waarde voor de omtreksnelheid (v), uitgedrukt in m/s, van de rollen het door de rollenbank opgenomen vermogen (P), uitgedrukt in kW, gelegen is tussen de navolgende waarde:
Pmin = (0.17*v3 + 4*v)*0.001
Pmax = (0.17*v3 + 12*v)*0.001
6. Het door de rollenbank aangegeven vermogen mag ten opzichte van het door de rollenbank opgenomen vermogen niet meer afwijken dan in onderstaande tabel is aangegeven.
Opgenomen vermogen Toegestane afwijking
0.1>= P <= 0.5 0.025 kW + 10% P
0.5 < P <= 2.0 0.050 kW + 5% P
7. De rollenbank moet zijn voorzien van een inrichting waarmee kan worrden voorkomen dat de bromfiets tijdens de meting van de rollenbank raakt. De daartoe aangebrachte inrichting mag niet weerstandverhogend werken op het wiel waaraan het vermogen van de bromfiets wordt vastgesteld.
8. Het vermogen kan analoog of digitaal worden aangegeven. Bij analoge aanwijzing moet de aanwijsinrichting zijn uitgevoerd zoals aangegeven in figuur 4.
9. De rollenbank moet degelijk zijn uitgevoerd en in goede staan van onderhoud verkeren.
Art.3.4.9 1. Voor iedere rollenbank moet een verklaring zijn afgegeven door NMI Ijkwezen B.V., uit welke verklaring blijkt dat de rollenbank voldoet aan artikel 3.4.8.
2. De verklaring is, onverminderd het derde lid, geldig voor een tijdvak van een jaar.
3. De verklaring verliest haar geldigheid bij herstelling of verandering van de rollenbank, indien deze herstelling of verandering op het meetresultaat van invloed kan zijn.
Is nu nog steeds geldig, maar het wordt toch een welles/nietes geval, is nu bij mij ook. Agent zegt dat ie zicht eraan heeft gehouden, ik zeg van niet ... en wie zullen ze eerder geloven ...
|