Topicsamenvatting | |||||
TopicID | Topicposter | Topic datum | Forum | Hits | Aantal replies |
32544 | mcdronkz | 13-10-2005 10:37 | Technical Forum | 9535 | 241 |
Topicpost | |
Gepost door: mcdronkz | Gepost op: 13-10-2005 10:37 |
hoi, ik zit er over te denken om bij 50cc.nl een gaskabel voor mijn Honda MTX80 te kopen voor €4.88. ik zit een beetje te overwegen of ik het wel moet kopen. zoals jullie weten bestaat een gaskabel uit een binnenkabel, en een buitenkabel. allereerst heb ik gekeken naar de binnenkabel.. deze is gemaakt van staaldraad. straal is een legering die bestaat uit ijzer en koolstof. er zijn ongelijfelijk veel legeringen met deze twee elementen, meestal ook met andere legerings elementen. de wereld kent vandaag de dag ongeveer 2500 verschillende soorten staan, waarvan ook de gaskabels worden gemaakt. mede door de uitstekende bewerkbaarheid is staal een veel gebruikt constructiemateriaal. het koolstof wordt gebruikt om een hoge treksterkte en hardheid te verkrijgen. wereldweid wordt er jaarlijks ongeveer 900 miljoen ton staal geproduceerd, Corus Nederland (Hoogovens Ijmuiden) neemt hiervan ongeveer 5 miljoen voor haar rekening. staal wordt al meer dan 400 jaar gebruikt voor diverse doeleinden. in het begin ewrd het aleen gegoten en was het daarna vrwijel onbewerkbaar door het hoge gehalte aan koolstof. door de productieprocessen steeds te verbeteren werd het staal steeds geschikter materiaal om te bewerken. het hoofdbestandsdeel van staal, ijzer, wordt gewonnen uit ijzererts. ijzererts is een natuurlijke verbinding tussen ijzer en zuurstof. om de zuurstof te ontrekken uit het ijzererts wordt het ijzererts gesmolen en worden er stoffen toegevoegd die zich makkelijk aan de zuurstof binen, hier wordt meestal koolstof voor gebruikt. dit gebeurd in zogenaamde hoogovens. hoogovens produceren ruwijzer, dit bevat ongeveer 4-5% koolstof en ook een aantal andere verontreinigingen (o.a. fosfor en zwavel). door deze stoffen is het ruwijzer nog onbruikbaar, daarom wordt het nog verder gereinigd. dit wordt gedaan door met hoge snelheid zuurstof op het vloeibare ruwijzer te blazen. doordat zuurstof en koolstof zich erg makkelijk met elkaar verbinden vormt er koolstofmonoxide (co) en koolstofdioxide (co2), welke als gasvormige fase ontstaan en zich dus makkelijk laten verwijderen van het vloeibare ruwijzer. door deze behandeling komt er echter wel wat zuustof in het staal te zitten dit kan later weer verwijderd worden door mangaan, aluminium of silicium toe te voegen. het zuurstof zal zich aan deze stoffen binden en op het staal gaan drijven, waarna het verwijderd kan worden. er zal altijd en kleine hoeveelheid aan verontreiniging in het staal achterblijven. deze hoeveelheid is door de ver ontwikkelde staalbereidingsprocessen echter zo klein geworden dat het niet als hinderlijk wordt ondervonden. als het staal zuiver genoeg is, moet het in een vaste vorm gegoten worden. vroeger gebeurde dit in zogenaamde ingots, grote cilindrische gietvormen. als het staal in de ingot geheel afgekoeld was, werd het verder bewerkt tot platen of profielen. dit had echter een groot nadeel, de verontreinigingen die nog in het staal zaten, concentreerden zich veelal in het midden van de ingot, waardoor er daar een hoge verontreinigings concentratie ontstaat, wat niet acceptabel is. mede hierdoor is het continu-gietproces ontwikkeld. hierbij wordt het staal rechtstreeks vanuit de hoogovens in een gekoelde gietvorm gegoten waar het al gedeeltelijk wordt afgekoeld. zodra er een huid om het vloebare staal is gevormd wordt het door middel van startkettingen uit de gietvorm getrokken en zakt het door het gewicht vanzelf uit de gietvorm. onder de gietvorm wordt het staal door een walsinstallatie geleid om de gewenste afmetingen te krijgen. als het staal volledig is afgekoeld, wordt het op maat gebrand of geknipt. het continu-gietproces slaat dus de stap met de ingots over en is hierdoor economisch veel aantrekkelijker. staal valt in drie groepen in te delen, dit gebeurt aan de hand van de hoeveel heid toegevoegde elementen (legeringselementen). ongelegeerd staal, laaggelegeerd staal en hooggelegeerd staal. bij ongelegeerd staal praten we over ijzer met maximaal 1,5% aan legeringselementen. laaggelegeerd staal bevat tussen 1,5% en 5% legeringselementen en hooggelegeerd staal is alles wat meer dan 5% aan legeringselementen bevat. koolstof is bij staal geen legeringselement. als er meer dan 2% koolstof in ijzer zit spreken we over gietijzer. onder ongelegerd staal (ook wel gelegeerd staal genoemd) valt het staal dat maximaal 1,5% aan legeringselementen (exclusief koolstof (c)) bevat. veel gebruikte legeringselementen zijn o.a. mangaan (mn) en silicium (si). net als koolstof worden mangaan en silicium gebruikt om de strekte en hardheid te verhogen. silicium is tevens een bij product van het staal bereidings proces, het wordt gebruikt om zuurstof aan het staal te onttrekken. laaggelegeerd staal is het meest gebruikte staal ter wereld. dit komt omdat het relatief goedkoop is en erg goed bewerkbaar. deze groep bevat tussen de 1,5% en 5% legeringselementen (exclusief koolstof). net als bij ongelegeerd staal zijn mangaan en silicium veel voorkomende legeringselementen. maar ook chroom (cr), vanadium (v), nikkel (ni) en molybdeen (mo) zijn in deze groep veel voorkomende legeringselementen. de invloeden van deze elementen zijn bij gebruik van veschillende in één soort staal nu niet meer zo makkelijk te bepalen daar sommige van deze elementen elkaar tegen werken en andere elkaar juist weer versterken. chroom wordt vaak gebruikt om staal oxidatie en corrosie bestendig te maken. ook van de harde en slijtvaste eigenschappen van chroom wordt veel gebruik gemaakt in de staalindustrie. chroom wordt veel gebruikt in combinatie met nikkel of molybdeen. chroom combinatie met molybdeen (het z.g.n. chromonen staal) maakt het staal uitstekend bestand tegen hoge temperaturen en ook erg sterk. vanadium wordt ook veel gebruikt in combinatie met chroom en molybdeen daar het ongeveer dezelfde eigenschappen geeft aan staal. ook in gereedschapsstaal wordt veel vanadium gebruikt, het maakt het staal ook een stuk taaier wat erg gunstig is voor gereedschap. nikkel heeft gunstige invloed op staal bij heel hoge en heel lage temperaturen. en het wordt ook veel gebruikt om een aantal ongunstige eigenschappen van chroom tegen te gaan. dit is de groep die meer dan 5% aan legeringselementen bevat. de bekenste die hieronder valt is roestvast staal (rvs). een ander hooggelegeerd staal is gereedschapstaal. hoofdlegeringselementen in rvs zijn chroom (cr) en nikkel (ni). chroom kan alleen gebruikt worden om staal roestvast te maken maar meestal wordt er een combinatie van chroom en nikkel gebruikt (b.v. 18% cr en 8% ni). zoals de naam al doet vermoeden is rvs bestand tegen oxidatie en corrosie. deze eigenschap is te danken aan de chemische verbinding die chroom en nikkel aan gaan met zuurstof. door deze chemische verbinding vormt er zich een oxydehuid op het staal. de oxydehuid is heel dun en daardoor doorzichtig. hij bestaat uit een netwerk van chroom (iii)oxyde dat wel electronen kan geleiden maar geen ionen. daardoor is het metaal tegen corrosie bestand mits de oxydehuid in takt blijft. maar dat is helaas niet het geval in een chloride oplossing, zoals zeewater of in gechloreerd zwemwater. het resultaat is dan gelocaliseerde putvormige corrosie die heel moeilijk te stoppen is omdat het chlorideion zich vooral in de corrosieputten verzamelt. de term "pisbakkenstaal" wordt soms gebruikt om een staalsoort van slechte kwaliteit aan te duiden (net als waaibomenhout gebruikt wordt om slecht hout aan te duiden). soms wordt pisbakkenstaal afgekort tot pbs, vergelijkbaar met de afkorting rvs voor roestvast staal. in werkelijkheid moet echter voor een stalen urinoir juist een goede staalsoort gekozen worden vanwege de zuren in de urine. "ledikantenijzer" is de alternatieve term om gooi-en-smijtkwaliteit in staal aan te duiden. maar uiteraard behandelen we ook de buitenkabel.. deze is gemaakt van een rubber/plastic materiaal waarin een spiraal van straaldraad is verwerkt.. rubber is een koolwaterstof polymeer dat voorkomt als een emulsie in het sap van rubberplanten (dit sap is bekend als latex). ongeveer 33% van dit sap bestaat uit rubber. natuurlijk rubber wordt doorgaans geproduceerd uit latex, gewonnen uit de hevea brasiliensis of rubberboom. de latex wordt vervolgens gefiltreerd en verdund met water. het resultaat hiervan wordt met zuur behandeld om de rubberdeeltjes te doen stollen. het resultaat hiervan, ook rubber genoemd, wordt tot dunne plakken gerold en gedroogd. voor het synthetisch produceren van rubber is polymerisatie vereist, een proces dat ook gebruikt wordt in de productie van plastics. voorbeelden van synthetische rubbers zijn chloropreen rubbers, butadien rubbers en butyl rubbers. de naam rubber komt van het engelse woord voor wrijven (to rub), daar rubber in engeland oorspronkelijk vooral gebruikt werd als vlakgom. plastic of plastics is een groepsnaam afkomstig uit het engels. het woord wordt ook in de nederlandse taal veel en in ruime zin gebruikt als alternatief voor "kunststoffen". dikwijls ten onrechte. een plastic is eigenlijk alleen een kunststof waarvan door plastische vormgeving - verhitting in een vorm onder druk - een voorwerp kan worden gemaakt. men spreekt dan van een thermoplast. lang niet alle kunststoffen vallen daaronder. daarom spreekt men in de kunststofindustrie liever of van kunststoffen of van polymeren. een goed voorbeeld van een kunststof die na vorming niet meer plastisch te vervormen valt is polyurethaanschuim, dat veel wordt toegepast in meubels, kussens en dergelijke, maar in zijn harde vorm ook in koelkasten. het witte materiaal waaruit allerlei flessen kunnen worden gemaakt (polyetheen) daarentegen is wel weer smeltbaar en kan dus in principe opnieuw verwerkt worden zonder chemische afbraak. ook vuilniszakken worden van thermoplastisch materiaal vervaardigd - door middel van een blaasproces. zo had ik ook m'n twijfels over de prijs.. want hoe wordt die nou bepaald ? na enige research gedaan te hebben kwam ik tot de volgende conclusie... de prijs van goederen komt in principe tot stand door onderhandeling. dit gaat als volgt: 1. een koper, bijvoorbeeld een veeboer die een koe wil kopen, doet een bod. dat wil zeggen, hij zegt: "ik wil 1000 eure voor deze koe betalen". 2. de verkoper doet een tegenbod; hij zegt bijvoorbeeld: "ik wil er 1100 euro voor hebben". 3. ver volgens is de koper weer aan zet en hij biedt iets meer. en zo gaat het een tijdje door, tot ze het eens worden, of besluiten dat de koop niet door gaat. op de zelfde wijze gaan de onderhandelingen tussen de koper en verkoper van een huis. het onderhandelen is een tijdrovende procedure. daarom worden de meeste prijzen vastgesteld zonder dat er onderhandelingen gevoerd worden. bijvoorbeeld, een winkel hanteert gewoonlijk vaste prijzen. de consument heeft dan de keuze om het product in die winkel te kopen of verder te zoeken in andere winkels. in de praktijk is er een tussenvorm van vaste prijzen en onderhandelde prijzen. dan worden er vaste prijzen gevraagd, maar de klant kan proberen korting te krijgen door af te dingen. om het proces van prijsvorming te versoepelen worden producten wel verhandeld op een markt. dit kan een gewone markt zijn, met kraampjes op een marktplein, maar ook een denkbeeldige markt, die bestaat uit al het aanbod en de vraag van een groep vergelijkbare producten, bijvoorbeeld op het internet. het doel van een markt is om aanbieders en gebruikers van producten bij elkaar te brengen, zodat ze kwaliteit en prijs gemakkelijker kunnen vergelijken waardoor de handel bevorderd wordt. landbouwproducten worden ingedeeld in standaardkwaliteitsklassen, zodat ook hier een standaardprijs van kan worden vastgesteld. zo kunnen op nos teletekst pagina 549 de koersen van aardappelen, peen, uien en tarwe van dag tot dag worden gevolgd. als producten 100% vergelijkbaar en uitwisselbaar zijn, zoals bij aandelen, komt er ook maar één prijs tot stand. als iemand 10 fietsen heeft, kunnen die meer of minder waard zijn dan 10 andere fietsen. als iemand echter 10 aandelen shell heeft, zijn die precies evenveel waard als 10 andere aandelen shell, van hetzelfde type. een dergelijke prijs heet een koers. koersen kunnen per dag, uur of minuut variëren en worden via de pers bekend gemaakt. Bij eenmalige klussen, zoals het bouwen van een huis, het aanleggen van een weg, of het uitvoeren van een verhuizing, vindt de prijsvorming vaak plaats door middel van offertes. De klant vraagt een of meer aanbieders om een offerte te doen. De offerte is een papier waarin precies staat wat de aanbieder zal doen en tegen welke prijs. Vervolgens kan de klant een van de offertes accepteren. Vaak zal de klant de offerte met de laagste prijs kiezen, maar dat hoeft niet. in de kapitalistische benadering van de markteconomie wordt uitgegaan van vrije concurrentie. dan doet de markt zijn werk en worden de prijzen in vrije onderhandeling tussen koper en verkoper vastgesteld. aan een dergelijk ideaalbeeld van de markt wordt vaak niet voldaan, vrije concurrentie is er alleen met veel aanbieders/aanbod en veel vragers. als iemand de enige is die een bepaald product of dienst kan leveren, heeft hij een monopolie. dan kan hij een hoge prijs vragen en een matige kwaliteit bieden; de klant is haast gedwongen om het product af te nemen. een aantal aanbieders kunnen samen besluiten om niet op prijs te concurreren. dan vormen ze een prijskartel met als doel een hoog prijsniveau te handhaven, en dus een hogere winst te garanderen. om de economie te bevorderen streeft de overheid naar vrije concurrentie. daarom is het verboden om prijsafspraken te maken. in nederland ziet de nederlandse mededingingsautoriteit (nma) er op toe dat die regels niet worden overtreden. wanneer een (staats-)monopolie wordt verlaten, wordt tegelijkertijd een instituut opgericht dat er op toeziet dat de bestaande monopolist zijn marktmacht niet misbruikt ten opzicht van de nieuw intredende aanbieders. een voorbeeld hiervan is de opta die toeziet op de telecom-sector in nederland. behalve de totale prijs zijn ook de betalingsvoorwaarden van belang. er zijn allerlei betalingsvoorwaarden mogelijk: • zo kan het moment waarop betaald moet worden variëren: o bij vooruitbetaling (bijvoorbeeld bij het plaatsen van de bestelling), o bij levering (contant) o achteraf (op rekening). • de betaling kan worden opgedeeld in kleinere bedragen (in termijnen). de klant betaalt de totale prijs bijvoorbeeld in drie gedeelten. • een variant van betaling in termijnen is het kopen op afbetaling; dat wil zeggen dat de klant na levering van het product een tijdlang elke maand een bedrag betaald. in het maandbedrag zit dan een rentevergoeding verwerkt. • er kan ook een voorschot geeist worden; dat wil zeggen dat de klant een gedeelte van de totale prijs, bijvoorbeeld 10%, betaalt op het moment dat hij het product bestelt. dat heet een aanbetaling. • de wijze van betalen kan verschillen: contant, met een credit card, bankoverschrijving en zo voort. dus ja, eigenlijk wou ik vragen of ik 'm wel moet kopen, ik vind het erg lastig om zo'n uitgave te doen. |